CONCERT: AFAS Live barst uit zijn voegen door de groei van Nothing But Thieves

Share on facebook
Share on twitter
Share on reddit
Share on email

Door: Jelle de Ru

Met luid gegil worden de mannen van Nothing But Thieves onthaald. De band gaat als een sneltrein en vanavond staan ze in een uitverkocht AFAS live. Gehuld in rook en het knallende I’m Not Made By Design opent de band het optreden. De tienermeisjes staan voorin, de ouders achteraan. Conor Mason en zijn kameraden ogen fris en energiek. “AMSTERDAM, let’s fucking have it tonight.”, roept de frontman van een wereldband in spé.

Geroutineerd is de band nog niet, maar op deze vrijdagavond haalt Nothing But Thieves wel alles uit de kast om het zesduizend koppen tellende publiek omver te blazen. De eerste poging om de zaal mee te laten zingen – tijdens het derde nummer Tripswitch – gaat niet soepel, maar het lukt wel! Ook gaat de gitaarsolo bij hetzelfde nummer niet helemaal lekker. Gedurende de avond hoor je af en toe wat momenten die nog wat netter hadden gekund. Mason maakt met zijn bescheidenheid en charmes gelukkig een hoop goed. Al bij nummer vier begint hij met het uitvoerig bedanken van het publiek: “This is a lot of Dutch people, this is been so mental. Thank you so much for coming!” 

Op het podium mist de band nog een beetje chemie. Iedereen lijkt een beetje zijn eigen ding te doen. Voor een groot deel valt dit te wijten aan de setup van de band. De drummer zit hoog geïsoleerd en de microfoons staan zover mogelijk uit elkaar. Het lijkt of het nog een beetje onwennig is voor Nothing But Thieves om zo’n groot podium voor zichzelf te hebben. Het lukt de band behoorlijk om dit te compenseren met het enthousiasme waarmee ze spelen. IJverig springen en klappen de voorste rijen het hele concert mee. De trouwe fans lijken allebei de albums van Nothing But Thieves uit hun hoofd te kennen. “I can’t get over the side of this crowd” zegt Mason halverwege het concert. Hij is nog een beetje verbaasd over de vogelvlucht die band heeft gemaakt de afgelopen jaren. Met hem heeft Nothing But Thieves een frontman die niet alleen een stem heeft waar je een heel dorp mee droog houdt, maar ook een gentleman. Heel aardig vraagt hij of het publiek wil dansen en een moshpit wil doen. Het is nog een beetje onwennig, maar de kneepjes van het vak leert hij snel. Vooral het plezier van de band is erg aanstekelijk. 

Als Mason even een pauze inlast, doet hij eerst even een oproepje dat mensen moeten crowdsurfen. De rest van de band neemt het over en een stuk of tien mensen gaan de lucht in. Vervolgens gaat de hele band weg en pakt hij een solo-momentje. In z’n eentje met een achtergrondbeat is Conor een interessante act. Na driekwart van de show knalt Sorry door de zaal. Een behoorlijk hoogtepunt van de avond en een mooie cliffhanger om even pauze te nemen voor het toegift. 

Als bedankje voor de grootste show die de band tot nu toe heeft gegeven, krijgt het publiek toepasselijk Amsterdam als laatste nummer. Conor kan het publiek niet vaak genoeg bedanken en als dankjewel terug, geeft het publiek een dansende en springende menigte tot in de laatste seconde cadeau. Voor Nothing But Thieves is het noodzakelijk om snel meer ervaring op te doen, meer materiaal te schrijven en nog grotere concerten te geven. Voor volgend jaar moet het Ziggo Dome misschien een avond Kensington minder programmeren en een avond Nothing But Thieves inplannen. Het grote podium siert de mannen, zeker voor een band die zo kort onderweg is.

Foto: Jelle de Ru

jimwhitebanner

Of lees dit