CONCERT: Scumbash III in de Van Nelle Fabriek 20-2-2016

Share on facebook
Share on twitter
Share on reddit
Share on email

12746182_1038455452863063_339579120_nDoor: Jelle de Ru

One day of rock and roll they said, and that’s what they delivered. Afgelopen zaterdag, op 20 februari was het zover. Voor de derde keer was de Van Nelle fabriek omgebouwd tot een krocht waar al het schorem van Nederland zich kon verenigen. En dat was precies wat er gebeurde. Ondanks het kloteweer kwamen er zo’n drieduizend mensen op Scumbash af. De ene vetkuif of hanekam was nog spectaculairder dan de andere.

En wat doe je op een festival wat al om twaalf uur begint behalve vroeg beginnen met zuipen? Zorgen dat je er nog beter uit ziet. Dat laatste ongetatoeëerde stukje huid kon je daar natuurlijk laten bijwerken. En voor degene die er vroeg bij waren kon je natuurlijk ook een knipbeurt krijgen van Schorem zelf. Voor de vrouwen – die er in grote getale waren – was er een fifties-treatment voor je coupe. Oke top, we zien er nu goed uit, whats next? De eerste paar uur van Scumbash begonnen relatief rustig. Mensen liepen rond, plaagde de beveiliging door maar te blijven roken waar je heel niet mocht roken, vaak verdedigd met “ja maar naar buiten gaan duurt zo lang” en “ik ga toch niet in die pleuris zeik staan.” “waar is die rookruimte nou? Hier?”

Zo tegen half vier begon Blood Shot Bill te spelen. Geprogrammeerd op de Voodoo-stage (de tent die voor de deur van de Van Nelle was gezet). Op dat podium stond een eenmansband, gitaar, drums en zang. De rifjes waren lekker, de performance was enigszins hilarisch. Bij aanvang stond de tent tot de nok toe vol. Maar succesvol was het niet echt, want hoe langer hij bleef spelen, hoe meer mensen toch hun heil ergens anders gingen zoeken. Na zes nummers, was de helft van het publiek nog maar aanwezig. Richting the Kraken, het grootste podium en daarmee de mainstage. Op 12746275_1038455339529741_1749330134_nhetzelfde tijdstip als Blood Shot Bill, stond op the Kraken de punkband de Subrockers geprogrammeerd. Die speelde alles behalve strak. De zanger sprong als een gek over het podium, tellen werden gemist. Maten flikkerde uit elkaar. Lekker punk dus. Dan maar eten halen. Authentieke pizza? Hotdogs verpakt in bacon? Donuts? Puntzak friet. Alles leuk in een Amerikaans jasje.

Daar zit je dan, met een burger in je hand. Je blijft je verbazen over hoe uitgedost de mensen er bij lopen. Maatpakken en echte gladde fifties-kapsels: slickbacks, ted’s en pompadours. Af en toe een verdwaalde hipster. Maar los van dat was het echt of iedereen weer een stukje terug in de tijd wilde. Misschien niet naar de jaren vijftig, maar Lemmy (Van Mötörhead) leeft hier gewoon voort. Minstens vijftien shirts van Lemmy gezien, je kon zelfs een groot kunstwerk winnen met zijn hoofd er op.

Afijn, het is nu zo tegen vijven. De vier podia heb je gezien, het eten is geproefd. Tijd voor wat echte muziek. Giant Tiger Hooch stond geprogrameerd op Cutrow Bay. Een klein podium in de hoek van het gebouw. De band komt oplopen, lauw onthaal. De zanger wuift de DJ weg. “Ik ga niet teveel lullen vandaag, dat heb ik beloofd.’’ “Hoe slecht het ook word, we gaan gewoon lekker op en neer.” “Wij zijn Giant Tiger Hooch, uit *Kuch* Amsterdam.’’ “Zit de vetkuif goed.” De band is iets wat bezopen, niet echt zin om te spelen, maar de eerste nummers van de nieuwe plaat worden ingezet. Er zit energie in, maar het geluid is echt kut afgesteld. De mondharmonica is niet te horen. Jammer, want op plaat zijn dat prima rifjes. Wat doe je als je microfoon niet mee werkt? Zuipen. Dansen, zuipen. Hoe verder het optreden volgt, des de opstandiger de band word. Meer grapjes, meer gekut. Het heeft wel humor. Het is alsof je naar een groepje opstandige Amsterdamse 30-jarige pubers zit te kijken. De zanger vraagt nog aan de zaal: ‘Is 3voor12 hier? Nee? Beter.’ “3voor12, hipster tuig. Stelletje Nazi’s” Waarna hij een volgend nummer inzet. De nummers van de eerste plaat lopen wel lekker. Achja, op Scumbash kan dit gewoon. De hele zaal is op de gastenlijst gezet in Paradiso trouwens. Voor als ze daar gaan spelen.

Tien minuten voor het einde van Scumbash was het tijd voor het volgende optreden. DeWolf. De nieuwe plaat beloofd veel goeds, volledig analoog opgenomen. DeWolf blijft zich muzikaal verbeteren, dat is zo mooi aan die band. Precies de juiste solo, de juiste ingrediënten om live de band te zijn die ze zijn. Tien over half zes begonnen ze met spelen, heel strak, de nummers vloeide in elkaar over. Waar de ene drumpartij ophield, werd hij gelijk doorpakt door het Hammond orgeltje. Gelijk het volgende nummer. De hele tijd zo door. Echt heel strak aan elkaar gespeeld. Wat wel opviel was hoe hard de bas stond, je voelde de nummers dwars door je heen gaan. Het publiek stond in gewoon een beetje te kijken. Ja dit is goed, maar meebewegen, nee dankje.12746317_1038455196196422_786425977_n

Er werden hopeloze pogingen gedaan om het publiek mee te krijgen, maar zonder succes. Het was tot Pablo naar voren liep, en een verbluffende gitaarsolo de zaal in schetterde. Vanaf dat punt had hij de zaal overtuigd, er gebeurde iets. Er was vooral een hoop bewondering voor de band, wat klinkt die nieuwe plaat lekker live. Met een gangbaarder publiek, gaat DeWolff een mooi seizoen tegemoet.

Direct na DeWolff stond Batmobile op de mainstage, (Jack Ketch) Een mooi moment om weer eten te halen. De picknicktafels waren afgeladen. Op de grond zitten was gelukkig een optie. Bij Batmobile was het trouwens ook heel erg druk. Het is en blijft een gevestigde naam. Het was zo druk, dat het tijd was om nog eens op verkenning te gaan. Mensen raakte steeds bezopener, de sfeer sloeg een beetje om. Bij de Voodoo stage was het nog heerlijk rustig. Er werd gedanst, gejived, gerock ’n rolled. Het publiek keek enthousiast naar de soundcheck van Daddy Long Legs. Meer dan terecht, want niemand voorzag wat zich een uur later in die tent zou gebeuren.

De wind nam toe, de zaal werd steeds drukker. De tent was hevig aan het klapperen. Om half 8 kwamen de heren binnen. ‘’Are you ready to testify.’’ De stem van de zanger was heerlijk vervormd. Met een trommel, gitaar en mondharmonica werd het een na het andere nummer ingezet. Up tempo howling rhythm ‘n’ blues, het deed iedereen goed. De zaal deed mee. De laatste drie nummers veranderde in een grote moshpit. Het publiek of de wind brak de tent net niet af, maar de sfeer die er hing was echt goed. De uren daarna raakte iedereen nog verder bezopen. Tot één uur ging het door in de Van Nelle fabriek.
Scumbash 2016 was wederom een mooi feestje.

Foto’s en tekst: Jelle de Ru

Of lees dit