INTERVIEW: Alexi Lalas: “Utrechtse bands trekken elkaar omhoog”

Share on facebook
Share on twitter
Share on reddit
Share on email

Het Utrechtse Alexi Lalas, ooit het soloproject van Rinse Visser (rechts), is in de tijd tussen het debuutalbum The Best Is Yet To Come en opvolger It’s A Better Version Of You uitgegroeid tot een voltallige band, wat de nodige evolutie in de sound met zich meebracht: “de bandsfeer is goed op de nieuwe plaat te horen.

Rinse en drummer Wout bereiden zich voor op de oefensessie als we ze spreken, er moet op 12 december een spetterende show gegeven worden in de EKKO als de band haar tweede album releast. Of eigenlijk haar eerste, aangezien de band zich pas na debuutplaat The Best Is Yet To Come rond Rinse vormde. Rinse: “ik wilde mijn eerste album ook graag live spelen, dus had ik mensen nodig. De jongens die ik vond had ik meteen een goede klik mee en ik wilde nieuwe muziek graag met hen uitwerken. Die Alexi Lalas 3_8ontwikkeling is eigenlijk heel organisch gegaan, er was geen bepaald punt waarop we dat besloten. Al spelende kwamen we erachter dat we op deze manier door moesten gaan. Op het eerste album speelde ik zelf alles in. En ik kan alles wel een beetje, maar niet perfect. Dat hoefde ook niet, dat beetje sloppy maakte het ook tot iets van mij. Wout is als drummer heel strak, net als Mark nu op bas en Bram op gitaar. Dat alles maakt tot wat Alexi Lalas nu is.” Door de toevoeging van nieuwe bandleden is niet alleen de sound van nu, maar ook de sound van vroeger veranderd. Wout: “ik begon heel volgzaam, want die eerste plaat moest naar live performances worden vertaalt. Daarin speelde ik het nog eerst hoe Rinse het ooit had bedacht, maar dat hebben we ook langzaam losgelaten. De oude nummers hebben ook een nieuwe vorm in deze setting.”

Waar The Best Is Yet To Come nog een zweem van psychedelica over zich heen had, klinkt de nieuwe single Just As Lost als een uiting van vrolijke indiepop. Het nieuwe album zal dan ook niet snel teruggrijpen naar oude gewoontes. Rinse: “Het heeft heel erg te maken met waar ik op zo’n moment zelf sta. Tijdens het maken van de eerste plaat luisterde ik veel naar Tame Impala, Mac DeMarco en Kurt Vile. Nu luister ik wat meer naar popnummers, wat ik ook heel tof vind. Wout, Mark en Bram zijn ook echte Alexi Lalas 3_11popjongens en daarin wordt ik wel meegetrokken.” Wout: “dat soort switches per album zijn interessant, die processen trekken mij wel aan. Rinse schrijft heel erg vanuit een idee. Als medeproducer is het dan een mooie uitdaging daar iets tofs van te maken. De nieuwe sound is vrij groots en puntig. Af en toe wat mellow, maar die basis staat, die nieuwe bandsfeer is goed te horen. Productioneel is er niet veel gesleuteld, er is veel oorspronkelijk gebleven.” Waar veel artiesten zich graag muzikaal zo breed mogelijk oriënteren, heeft Alexi Lalas namelijk een aantal opvallende keuzes gemaakt. Rinse: “we hebben in onze studio allerlei instrumenten, en als we ze niet fysiek hebben, dan halen we ze uit de computer. Maar we hebben daarin onszelf wel beperkt. Als we bijvoorbeeld een synthesizer wilden gebruiken, dan kozen we er één, die we dan op zoveel mogelijk manieren wilden toepassen. Dan wordt je geluid duidelijk en meer een geheel. Ook hebben we alles opgenomen op een zestien sporen tapemachine. Dat is ook weer een vorm van beperking; binnen die zestien sporen moet alles zitten waar je mee wilt werken. Anders kan het opnameproces eindeloos doorgaan; Alexi Lalas 3_9wanneer zeg je dan “het is af”? Met onze eigen studio kan je er zo lang doen als je zelf wil, dus die zestien sporen was een mooie stok achter de deur. Daarbij geeft die machine ook een crunchy geluid aan je muziek mee.” Wout: “door die werkwijze is het een ambachtelijke plaat geworden; partijen moesten gewoon goed ingespeeld worden. Als je digitaal opneemt kan je een belabberde take helemaal recht editten en nu moest het goed gaan. Het was op zich al één grote oefening voor live.”

Als Utrechtse band kan Alexi Lalas zich goed vinden in haar stad, er is veel mogelijk voor beginnende artiesten. Rinse: “ik ervaar de bandjesscène in Utrecht als positief. In Rotterdam, waar ik een tijdje heb gewoond, deed ieder bandje z’n eigen ding, was obscuur bezig en kwam nooit samen. In Utrecht gebeurt dat wel en steunen de artiesten elkaar. De Rotterdamse mentaliteit was dat iedereen zelf bezig was. Hier worden er meer festivals georganiseerd, ook door bands zelf.” Wout: “de onderlinge support is vrij groot, de bandjes trekken elkaar daardoor ook weer omhoog.”

Als een van de Popronde acts werd de band gevolgd door een camera van 3voor12. Rinse: “ze willen graag laten zien wat het voor een band inhoud om daaraan mee te doen. Wat de mensen bijvoorbeeld niet zien, is dat je om half drie ’s nachts thuiskomt, de bus uit moet laden, de bus terug naar de verhuur moet brengen en vervolgens nog naar huis moet fietsen. Je ligt soms pas om half vijf in je bed, en dan begint een paar uur later al de volgende dag.” In de trailer voor de documentaire is al te zien hoe de bandbus door een agent aan de kant wordt gezet vanwege een wietlucht. Rinse: “haha, ja we huren onze bus bij een bedrijf waar nogal veel Big Lebowski-figuren rondlopen. De bus die we huurden bleek ook een wagen te zijn die bij de politie als henneptransport te boek staat, wat wij niet wisten.” Wout: “toen de agent aan kwam lopen zei hij al meteen dat hij wiet rook.” Rinse: “volgens mij was dat een truc om even te checken hoe wij daarop zouden reageren. Mijn eerste reactie was; dat kan niet, maar Wout zei meteen ‘hey, ja nu ruik ik het ook’, haha! Uiteindelijk heeft dat wel in ons voordeel gewerkt, want als je wiet bij je zou hebben zou je dat natuurlijk niet zeggen.”

Foto’s: Wies van der Heyden

Of lees dit