Tekst en beeld: Lauren Booster
Singer-songwriter Desi Ducrot presenteerde op 26 januari haar eerste album In Too Deep in Paradiso. Vier jaar geleden werd de zoetgevooisde Amsterdamse ontdekt op Soundcloud met het nummer Mud, die ook te beluisteren is op haar nieuwe plaat. Een paar uur voor haar albumrelease sprak LLUID met Desi Ducrot in de kleedruimte in Paradiso over haar blessings, plannen voor 2018 en uiteraard – haar allereerste album.
Hoi Desi! Hoe gaat het ermee?
Ja goed, gezien de omstandigheden! Ik had last van mijn keel en ik heb 48 uur niet gepraat, maar het gaat nu wel weer.
Je nieuwe album In Too Deep is uitgekomen en staat sinds vandaag op Spotify. Het is je eerste album, hoe spannend is dat?
Ik vind een show als vanavond spelen heel spannend. Maar het is niet zo spannend dat mijn wereld zou instorten als mensen het kut vinden. Het zou jammer zijn, maar dit is de muziek die ik maak. Ik sta honderd procent achter deze plaat. Het is zo’n proces geweest om dit album te maken, dat ik alleen maar trots en blij ben dat het af is.
Hoe lang ben je bezig geweest met In Too Deep?
Vier jaar geleden ben ik van het internet geplukt en via een tussenpersoon terecht gekomen bij m’n producer, Marg van Eenbergen. We zijn de studio ingedoken en hebben eerst veel geëxperimenteerd, want ik wist toen eigenlijk nog niet wat ik wilde maken. Ik kon zes akkoorden spelen op gitaar, had muziek net ontdekt en ik had zoiets van: “what is this magical thing?” Anderhalf à twee jaar geleden zijn we opnieuw begonnen. Met een clean slate. We zijn met een nieuw nummer aan de slag gegaan en we hadden de sound te pakken. Toen hebben we in anderhalf jaar tijd In Too Deep gemaakt. Het is niet zo dat de nummers in die anderhalf jaar zijn geschreven, hoor. Mud was er bijvoorbeeld al sinds het begin.
Merk je dat je bent gegroeid in de afgelopen tijd?
Heel erg. Ik heb nog nooit zoveel geleerd als in de afgelopen vier jaar. Als je mijn stem van toen terughoort is het heel lachwekkend, eigenlijk. Ik schrijf nu minder liedjes, omdat ik veel kritischer ben. Vroeger schreef ik liedjes als een soort emotiekots – alles moest eruit. Nu doe ik dat ook wel, maar kijk ik later terug naar wat er beter kan en waar ik kan schaven. Omdat ik in de studio heb gezeten met verschillende, fantastische muzikanten weet ik wat er allemaal mogelijk is. Dat hou ik in mijn achterhoofd als ik muziek schrijf. Alhoewel ik er bij blijf dat een goed liedje ook goed blijft op alleen gitaar. Als een liedje niet overeind blijft staan op gitaar, dan is het in mijn genre geen goed liedje.
(tekst gaat verder onder foto)
Dési in de hal van Paradiso, waar ze even later die dag de releaseshow voor ‘In Too Deep’ zal spelen
Wat heb je zelf over je nieuwe album te zeggen?
Ga het kopen, haha! Ik schrijf heel erg vanuit lyrics. Ik ben zelf echt een lyric-freak. Wat mij het meeste kan raken in muziek is het verhaal dat vertelt wordt. Ik hoop dat als mensen naar mijn album luisteren, zij de moeite nemen om naar de tekst te luisteren. Maar ja – dat moet eigenlijk iedereen zelf weten. Dat is het ding: als je een album maakt moet je het ook los kunnen laten. Want nu het in de wereld is kan ik mensen niet vertellen hoe zij naar m’n album moeten luisteren.
Waar haal jij je inspiratie vandaan?
Ik ben niet iemand die specifiek op zoek gaat naar inspiratie. Het overvalt me meestal. Al m’n liedjes gaan m’n vrienden of over mezelf. Soms laat ik m’n fantasie de vrije loop gaan en is het een gedramatiseerde versie van wat ik heb meegemaakt, gehoord of beleefd via vrienden. Alles waar ik over schrijf zijn dingen die mij persoonlijk raken, op wat voor manier dan ook.
Je muziek wordt vaak beschreven als country met Americana invloeden. Hoe zou jij je eigen muziek in drie woorden beschrijven?
Pop, ten eerste. Mijn roots zitten in country en ja, die Americana invloeden hoor je er in – maar de muziek zelf is in eerste instantie echt pop. Ik zou het omschrijven als – drie woorden zei je? Dat is wel lastig. Oké: pop, sferisch of filmisch en … ik vind het woord cliché, maar eerlijk. Het is niet te metaforisch of abstract. Ik probeer wel mooie teksten te schrijven, maar de teksten zijn vrij rauw en uit het hart. Dát maakt het nog het meeste country.
Op het nummer Like A Cape zing je ‘I don’t like to count my blessings. If I did I would need a few more fingers’. Wat zijn jouw grootste blessings van de afgelopen tijd?
Mijn allergrootste blessing is Marg van Eenbergen, mijn producer. Marg heeft mij soort van ontdekt en haalt het beste in mij naar boven. Wij zijn echt een team. Dat ik haar heb ontmoet is misschien wel de grootste blessing van m’n leven, denk ik. Als je mij een paar jaar geleden had gezegd dat dit allemaal zou gebeuren, dan zou ik helemaal de pan uitflippen. ‘Wat! Maar dat is the dream!’ Ik zing inderdaad ‘I don’t like to count my blessings’, maar ik schrijf soms liedjes in een mood van zelfkastijding, ofzo. Ik denk dat het heel belangrijk is om je blessings te tellen en stil te staan bij de geweldige dingen die gebeuren. Ik bedoel – ik sta straks in Paradiso en ik heb een album gemaakt. Daar ga ik lekker van genieten.
Wat zijn de plannen voor 2018?
Ik wil heel graag meer live gaan spelen met de band. Wij zijn nog een beetje zoekende naar wat ons plekje is binnen de muziekwereld. Waar horen wij thuis en wat is ons publiek? Ik denk dat we daar alleen achter kunnen komen door heel veel te gaan spelen. Ik hoop dat we een fijne boeker kunnen vinden die ons daarbij wil helpen, zodat we op de juiste plekken komen te staan. Het zou natuurlijk fantastisch zijn als we uiteindelijk een tourtje kunnen doen met dit album. Verder wil ik eigenlijk ook meteen weer nieuwe singles maken, want er zijn weer genoeg nieuwe liedjes om de machine draaiende te houden!