Door: Wies van der Heyden
Het was 2012 toen de jonge jongens van Sleepers’ Reign de zilveren medaille en de KBC Publieksprijs wonnen op HUMO’s Rock Rally, een grote bandwedstrijd in Belgie. Toen was het stil. Nu, vier jaar later, heeft Sleepers’ Reign zijn debuutalbum King Into Delight af en zijn ze klaar om Nederland te veroveren.
“We hadden het album eigenlijk vorig jaar al uit kunnen brengen, maar dat had niet de kwaliteit bevorderd, denk ik. We hebben de tijd genomen die we nodig hadden. Op de plaat staan een aantal nummers uit 2012, die hebben we in een nieuw jasje gestoken zodat ze qua niveau bij de nieuwe nummers passen. De cd release had ook niet langer moeten duren, want een cd is een momentopname. En we merken dat we nu met nieuwe nummers bezig gaan die een andere sound hebben dan de nummers op de cd”, vertelt frontman Lukas Hermans. “We proberen ons nu weer op de kaart te zetten door extra veel live shows te spelen. We hebben nu ook een grote bezetting waardoor de muziek live nog beter overkomt. Ik wil dat mensen de live show als een toevoeging gaan zien aan het album. De live belevenis is erg afhankelijk van de mindset waarmee mensen naar onze show gaan. Als je een goede dag achter de rug hebt en naar de show komt met een blij, opzwepend gevoel, zal de show dat gevoel alleen maar versterken. Als je een slechte dag hebt gehad kunnen wij een soort ontsnapping zijn.”
Voor het album werkte de Vlaamse band samen met de New Yorkse producer Justin Gerrish, die gewerkt heeft met onder andere Weezer, Vampire Weekend en The Strokes. Op King Into Delight valt de dromerigheid van Alt-J samen met de catchy deuntjes van Passion Pit. Deze elektronische indie maakte de afgelopen jaren een inhaalslag, maar in 2012 was het genre nog niet zo populair als nu. “Ik wil niet zeggen dat we pioniers zijn hoor, maar deze vorm van indie was er in 2012 nog niet echt. Iedereen in onze band heeft invloeden van een andere stijl. Wij maken muziek die voor elk bandlid natuurlijk voelt en daar kwam deze sound uit.”
“De meeste nummers van het album heb ik geschreven in een periode toen ik tussen de zeventien en twintig jaar was. Dan maak je wel wat mee. Het gaat over van school gaan, studeren, oude liefdes, familie, keuzes maken en het ontsnappen aan dagelijkse verantwoordelijkheden. De nummers op het album zijn mijn kinderen. Ik stop mijn eigen ideeën en gevoelens in de nummers, maar die gevoelens zijn van mij persoonlijk. Die wil ik de luisteraars niet opdringen. Iedereen is vrij om zijn eigen invulling te geven aan de muziek.
“Plannen voor de toekomst? De komende jaren willen we vooral live sets spelen en hopelijk ons nieuwe album ook in Nederland te promoten. Daarna willen we eigenlijk ook weer terug de studio in kruipen en een nieuw album maken dat hopelijk nog beter wordt dan de eerste.”