Door: Jaap Smit
Na de release van GLUE bleek de tank van Boston Manor nog lang niet leeg. Één lockdown verder releast de band uit Blackpool de EP Desperate Times, Desperate Pleasures: vijf nummers die de (al torenhoge) positie van de band met gemak in stand houden.
Een plaat uitbrengen om vervolgens achttien maanden te zitten duimendraaien: Boston Manor kan erover meepraten. GLUE (2020) was een ijzersterke en urgente plaat, die ten tijde van z’n release heel wat tongen had kunnen losmaken. Er zat niets anders op dan wachten, totdat de nieuwe muziek al begon te borrelen. Op Desperate Times, Desperate Pleasures duikt de band nog even terug in GLUE en dompelt zich onder in dichtgemetselde gitaarmuren, koppige industrial ritmes en thematiek die zich bevindt in de hoek van de passionele radeloosheid. Met de openingstrack Carbon Mono buitelt Boston Manor volop het konijnenhol weer in, waarin Henry Cox z’n weg zoekt tussen de verstikkend volgeproduceerde refreinen. Hierna koelt de gekte iets af, maar ondanks de hooks in Algorithm en de titeltrack weet Boston Manor de hele EP zwaarmoedig te blijven en af en toe een cynische onderkoeldheid af te dwingen. I Don’t Like People (& They Don’t Like Me) neemt een groovy basslijn mee naar die normaal strak afgemeten ritmes, wat voor een keer ook fijn contrasteert met Boston Manor’s usual weapons. De donderende driekwartsmaat van afsluiter Let The Right One In herinnert ons eraan dat Boston Manor zich bij iedere release volledig uitknijpt, terwijl Cox zingt ultieme offers te willen brengen voor een ander. Boston Manor zet (ook voor een EP) de volledige ziel en zaligheid in voor het maken van muziek met gewicht: alsof er een volledige Boston Manor plaat in vijf nummers is gepropt, waarbij geen centimeter is ingehouden en de band nog steeds zich geroepen voelt om (effectief) maatschappelijke problemen aan de kaak te stellen. De band is comfortabel in hun huid gegroeid en laat ons met Desperate Times, Desperate Pleasures hunkeren naar meer.
Luister van Desperate Times, Desperate Pleasures:
- Carbon Mono
- I Don’t Like People (& They Don’t Like Me)