Door: Jaap Smit
Probeer de muziek van Lakshmi maar eens uit te leggen aan je buurman of buurvrouw. Na de vaste vijf minuten bedenkelijk kijken zul je ongetwijfeld iets stamelen met de woorden ‘geheimzinnig’, ‘mooi’ en ‘soms vrolijk, dan weer niet..’. Wel, het is een beginnetje, maar de Haarlemse laat zich niet makkelijk vangen binnen termen, genres en hokjes.
En al helemaal niet onder het tabje van popzangeres. Met de eerste EP’s Come Sin With Me en Sinister lieten Lakshmi en haar band al duidelijk merken dat een beetje duisternis in de muziek de boel weer op scherp kan zetten. De ronddwalende combinatiesound van rock en strijkarrangementen wordt op Lakshmi aangevuld met synthesizers, die zich op de eerste helft van het album vaak laten horen. De hypnotiserende toepassing op Ahaa doet je bijna vergeten dat het om een liefdeslied gaat.
De orchestrale uitspattingen (Sailing, Take Me On A Trip) doen denken aan de EP-sound waarmee we Lakshmi ooit leerde kennen, maar tegelijkertijd wordt er ook geroken aan een poppy radiosound op What The Hell en ook het dromerige refrein I’ll Be On My Way is een oorwurm. Lakshmi’s stem is al net zo dromerig, maar in noire nummers als Live Forever (waarin ze geheimzinnig mee neuriet) en Tarantino klinkt ze spannend en bijna onheilspellend.
De doffe electrosound op afsluiter The Lost Kult (Starry Eyed) raast als een olifant door een porseleinkast, maar passender had het niet gekund. Als je denkt dat je het trucje door hebt, is Lakshmi al twee stappen verder, de luisteraar moet op z’n hoede blijven. Na talloze keren luisteren blijft het album een eigenaardig maar wonderlijk geheel. En nog steeds lastig te definiëren. Te mooi voor duister, te spannend voor vrolijk.
Luister van Lakshmi:
- I’ll Be On My Way
- On The Run
- What The Hell
- Live Forever