REVIEW: Paramore – After Laughter

Share on facebook
Share on twitter
Share on reddit
Share on email

Door: Jaap Smit

Tien jaar na de release van Riot! lijkt de wereld van Paramore nog steeds een ‘misery business’. Frustraties en ruzies hadden als gevolg dat de bezetting per album veranderde. Met het self-titled album (2013) leek de band eindelijk schoon schip te hebben gemaakt en produceerde verschillende sterke pop-anthems. Maar wat blijkt: op After Laughter gaan de maskers (opnieuw) af en krijgen we een brutally honest Paramore, dat zich en passant losweekt van poppunk.

Hoe zat het ook alweer? In 2010, toen Paramore met vijf bandleden op z’n grootst was, namen broers Zac (drums) en Josh (gitaar) Farro afscheid van de band, naar eigen zeggen omdat Paramore was veranderd in de Hayley Williams-show, die zich bazig opstelde. Na het self-titled album besloot ook bassist Jeremy op te stappen, ook omdat de band hem op slinkse wijze uit de royalties voor onder andere hitsingle Ain’t It Fun wilde werken. En nu? Vorig jaar krabbelde drummer Zac Farro weer terug naar de band, waardoor Paramore opnieuw uit een trio bestaat.

Geen wonder dat de band dus een paar keer op knappen heeft gestaan, dus het doorzettingsvermogen mag geprezen worden. Op After Laughter laat Paramore weinig heel van de filosofie van het vorige album en storten ze zich in een muzikale paradox: vrolijke priegelpop waarop Williams een gekwetste indruk maakt. Leadsingle Hard Times grijpt terug op de bandruzies uit 2016 en op Rose-Coloured Boy komt haar man Chad Gilbert er ook bekaaid van af. De sugarcoated muziek – die dankzij de terugkeer van Farro weer vaak op ritme leunt – is in eerste instantie een bliksemafleider van alle malheur in de teksten, maar vroeg of laat merk je dat er veel spanning in After Laughter huist.

Fake Happy slaat de spijker nog het meest op z’n platte kop: het sombere intro, de staccato synthjes en de ronduit teneergeslagen teksten breken de laatste barrières die nog tussen ons en het échte Paramore staan. Grappig genoeg is dit een van de weinige tracks die we nog op het vorige album kunnen bedenken. De rest is nergens te koppelen aan eerdere albums. Dat is een reden om After Laughter aan je voorbij te laten gaan, omdat Paramore effectiever is wanneer alle frustraties worden aangezet met bruisende poppunk.

Caught In The Middle maakt de grijnzen op After Laughter het zuurst. Met catchy refrein en meezingbare lines zingt Williams het zelf-destructieve “I can sabotage me by myself”, waarmee ze zichzelf ook de schuld van alle misère geeft. Op No Friends lijkt mewithoutyou’s Aaron Weiss namens Paramore officieel te breken met het verleden. “God knows no one needs more misguided ghosts” dicht hij, refererend aan de nummers Looking Up en Misguided Ghosts, afkomstig van Brand New Eyes (2009).

Het lachen is de band absoluut vergaan op After Laughter, dat zich vreemd genoeg opwerkt tot een van de meest emo albums die de Paramore ooit maakte. Spijt, boosheid, wraak en verwijt druipen uit de teksten, die zich handig vermommen als popnummers. Spijtig dat Williams haar (bontgekleurde) punkharen definitief afwerpt. Nog spijtiger dat we nergens voluit kunnen glimlachen. Desondanks droogt Paramore op verrassende wijze op, maar het onzekere ‘will they won’t they’-karakter zou zomaar kunnen betekenen dat dit ook het einde is.

Luister van After Laughter:

  • Rose-Coloured Boy
  • Fake Happy
  • Pool
  • Grudges
  • Caught In The Middle

jera-on-air-gif

Of lees dit